Het toestel aan of uit zetten gaat met de aan/uit knop. Die zit meestal aan de zijkant. (In rood aangegeven in de afbeelding hiernaast)
Wat er gebeurt als er op die knop gedrukt wordt hangt af van de toestand van het toestel. De smartphone kan in vier verschillende toestanden staan:
Als de smartphone helemaal uit staat is het beeld zwart en werkt er niets. Er kan dus ook niet naar gebeld worden.
Hij wordt ingeschakeld door lang op de aan/uit knop te drukken. De knop kan losgelaten worden als er een beeld verschijnt. Dan zal er om de simkaart code gevraagd worden. Geef die in en klik op het vinkje.
De smartphone komt dan in de vergrendelstand. Dan is het beeld zichtbaar maar kan het nog niet bediend worden.
In deze stand is het beeld uit maar staat de telefoon op een laag pitje te draaien. Even op de aan/uit knop drukken om het in de vergrendelstand te zetten.
In de vergrendelstand is het beeld aan maar moet er nog iets gedaan worden om in het beginscherm met de icoontjes te komen. Standaard moet er op het scherm geveegd worden.
Het is ook mogelijk dat er een tweede beveiliging op zit. Dan is vegen niet voldoende maar moet er een code, een veegpatroon of een vingerafdruk worden ingegeven.
Wordt er een tijdje niets gedaan dan gaat het scherm uit en komt de smartphone in de slaapstand.
Het toestel staat aan als de icoontjes van het beginscherm zichtbaar zijn.
Als er kort op de aan/uit knop gedrukt dan gaat het toestel in de slaapstand.
Wordt er lang op de aan/uit knop gedrukt dan kan het toestel helemaal uitgeschakeld worden. Er komt dan een vraag of dit mag. Bevestig dit om het toestel inderdaad helemaal uit te zetten.
Het duurt eventjes voordat het toestel helemaal uit is.
Soms komen er meer mogelijkheden na het lang indrukken van de aan/uit knop zoals 'Opnieuw starten' of 'Vliegmodes'.
Dat maakt niets uit. Meestal wordt het toestel in slaapstand gezet omdat het dan sneller aan gaat.
Het toestel wordt met de meegeleverde oplader opgeladen. Het maakt niet zoveel uit wanneer je het toestel oplaadt. Er hoeft niet gewacht te worden tot de batterij bijna leeg is.
Het is beter het toestel niet helemaal leeg te laten lopen. Het kan geen kwaad als de lader aangesloten is als de batterij opgeladen is.
Oefening: Zet het toestel helemaal uit en dan weer aan.
Tip: Zet het toestel minstens om de twee maanden even uit en dan weer aan (opnieuw opstarten). Daarmee worden alle achtergebleven tijdelijke bestanden gewist.